zondag 22 november 2009
Redken Looptool redeveloped by The Flying Barber
dinsdag 10 november 2009
What ever happened to D'angelo?
On a Sunday in April 2006, Gary Harris pulled up to D'Angelo's large starter mansion outside Richmond, Virginia, in a limo. Harris, the A&R man who'd first signed D'Angelo in the early '90s and who had overseen his 1995 debut, Brown Sugar, was on a mission: to escort the singer to Eric Clapton's Crossroads Treatment Centre in Antigua.
As he walked into the spacious kitchen, Harris knew this wouldn't be easy. Spread across the kitchen table, marble countertops, shelves -- nearly every available flat surface -- were empty alcohol bottles of all conceivable varieties. "There was scotch, vodka, beer," Harris recalls. "While I was waiting for him, he emptied the contents out of the corners of three or four bottles to get a shot." D'Angelo himself was unshaven, about 40 pounds overweight, and hadn't packed. "He was trying to act like he didn't know I was coming that day," Harris says.
According to Harris, it took more than five hours to corral D'Angelo into the limo. Then the real journey began. Four days after hooking up with him, Harris had only gotten the then-32-year-old D'Angelo as far as Puerto Rico, delayed by missed flights, a forgotten passport, and the singer's insistence on emptying every hotel minibar he came across. After two days of trying to coax D'Angelo from his room at the Ritz-Carlton in San Juan, Harris threw up his hands.
"I told him he can do whatever he wants, but I'm getting on a plane," Harris says. "D'Angelo broke down and cried," and then agreed to go to Crossroads. The night he arrived, Harris says, "he called everyone he knew to send him a ticket to get him out of Antigua." D'Angelo wasn't in denial about his alcohol problem, Harris explains. "He just wasn't prepared to deal with it."
Six years earlier, a very different-looking D'Angelo stood on a small platform at a soundstage in New York City. His muscled frame was naked, save for a small gold crucifix on a chain, nestled in the valley between his pecs, and pajama bottoms hanging impossibly low on his chiseled hips, exposing the lower regions of a flat, V-shaped torso that pointed suggestively toward his crotch. The pj's would be invisible in the "Untitled (How Does It Feel?)" video being shot that day. In it, the camera opens tight on D'Angelo's head before drawing back slowly to reveal this once-chubby choirboy in all his sculpted glory. The effect is gloriously uncomfortable. As the camera sucks him in, it feels intimate and intrusive, revealing and voyeuristic.
"We made this video for women," says Paul Hunter, who directed "Untitled" along with D'Angelo's then-manager, Dominique Trenier. "The idea was, it would feel like he was one-on-one with whoever the woman was."
The video was actually the second made for D'Angelo's sophomore album,Voodoo. (The first, an artsy performance clip for "Left & Right," stirred little interest.) It was part of Trenier's strategy to shed the artist's Brown Sugar–era image as a doughy 21-year-old kid sitting behind a piano. Although D'Angelo had been working out intensely with trainer Mark Jenkins, he was anxious about the video.
"Initially, to him, it seemed completely bonkers," says Trenier, who managed D'Angelo from 1996 to 2005 and still considers him a close friend. "He didn't quite get what I was saying. He kept going, 'What do you mean, 'naked'?"Jenkins sensed D'Angelo's reluctance: "You've got to realize, he'd never looked like that before in his life. To be somebody who was so introverted, and then, in a matter of three or four months, to be so ripped -- everything was happening so quickly."
Nonetheless, the video was a massive hit, introducing D'Angelo as a rippling Adonis to a new audience and driving Voodoo's sales well past a million. In the process, it also came to define the album and, to a certain extent, D'Angelo himself.
"I feel really guilty, because that was never the intention," Trenier says. " 'Untitled' wasn't supposed to be his mission statement for Voodoo. I'm glad the video did what it did, but he and I were both disappointed because, to this day, in the general populace's memory, he's the naked dude."
D'Angelo hasn't offered much to replace that image in the public's mind since then. Eight and a half years after Voodoo's release, a follow-up remains little more than a rumor. He's done no interviews since 2000 and refused repeated requests to talk for this story. A just-released greatest-hits package features him shirtless on the cover. Apart from scattered cameos on tracks by Common, Raphael Saadiq, and Snoop Dogg, D'Angelo's only real public appearances have been in court to answer charges of drunken driving, drug possession, assault, and disturbing the peace, among others.
"I feel like there's a book with a bookmark in it," says Trenier. "Two albums? That can't be it for this guy. He's got so much music in him."
4 Full Article:Spin magazine - August 2008
Bas Haring: Beste meneer Darwin
U heeft al zoveel brieven gehad en zoveel lof, laat ik direct to the point komen. Mijn vraag betreft een apparaat dat u niet kent, maar dat in mijn tijd gemeengoed is. Ik kan me voorstellen dat dit apparaat uw leven en werk veranderd zou hebben, vandaar mijn vraag.
Het apparaat heet ‘computer’, en het is moeilijk uit te leggen wat het precies is. Het is een apparaat dat heel veel kan, in zekere zin alles. Maar dat zou een slechte uitleg zijn: wat moet u zich voorstellen bij een apparaat dat alles kan? Een stoommachine met alle denkbare mogelijkheden? Eentje die kan malen, zagen, rijden, enzovoorts?
Zoiets is een computer niet. Een computer is ook niet echt een rekenmachine, maar hij kan wel rekenen – in een miljoenste van een seconde rekent hij de wortel van 1.537 keer 792 uit – en hij kan nog veel meer.
Eigenlijk is een computer een redeneermachine. Het beste is hij te vergelijken met de automatische weefgetouwen uit uw tijd. Ik neem aan dat u ze kent. Grote weefgetouwen die automatisch konden weven – zonder tussenkomst van mensen. Eén operator hield met gemak meerdere machines in de gaten. Door middel van eenvoudige aanpassingen konden de machines nieuwe patronen weven. Gedachtenloos leverden ze hun geweef, als een slaaf van hun instellingen.
Een computer lijkt daar wel wat op. Op basis van instructies produceert de computer resultaten. Perfect en zonder ooit een fout te maken. Als hij fouten maakt, komt dat door foutieve instructies. De toepassingen van de computer zijn zo breed, dat je hem ook een ‘gedachte-experimentmachine’ zou kunnen noemen. Allerlei gedachte-experimenten, geformuleerd in termen van instructies, zijn door het machien uit te voeren.
Het is zelfs mogelijk – en ik heb dat wel eens gedaan – om zo’n computer de natuurlijke selectie na te laten spelen. Je stopt in de computer een fictieve wereld met fictieve wezens. Wezens moet u overigens ruim opvatten: een wezen in de computer is niets meer dan een verzameling getallen. Met die getallen kunt u vastleggen of een wezen lange poten heeft of juist korte. Een vacht heeft of veren, enzovoorts. Bovendien richt u de wereld zo in dat er variatie bestaat tussen alle wezens, en dat ze nakomelingen kunnen krijgen die op hun voorgangers lijken. En ten slotte zorgt u ervoor dat er sprake is van voortdurende ellende en sterfte. Zoals ook in onze wereld het geval is.
U drukt op een knop, en zoals een automatisch weefgetouw na aanzetten doek begint te produceren, start de computer met het gedachte-experiment. Wezens komen en wezens gaan. En zoals het weefgetouw met ongelooflijke snelheid stof kan maken, maakt de computer razendsnel de fictieve wereld. Generaties duren fracties van seconden, en na een paar minuten zijn miljoenen wezens gestorven en zijn er weer miljoenen nieuwe ontstaan.
U kunt de loop van dit leven met het blote oog volgen, zonder op zoek te hoeven gaan naar fossielen en andere resten uit een ver verleden. Miljoenen jaren worden in een paar minuten samengedrukt, en de veranderingen van het leven spelen zich voor uw oog af. Letterlijk, want computers hebben namelijk vaak, naast dat ze een gedachte-experimentenmachine zijn, ook nog een plat scherm waarop hun binnenste getoond kan worden.
Ik realiseer me dat dit waanzinnig klinkt: een machine die bijna alles kan, die foutloos gedachte-experimenten uitvoert, en waarvan de toestand op een plat scherm te aanschouwen is. Toch moet u mij geloven dat dit bestaat. Bijna iedereen heeft zo’n apparaat, en ze kosten maar een paar dagen werk. Het is een wonderlijke tijd, maar dat was de uwe waarschijnlijk ook.
U ziet op het scherm wezens en soorten komen en gaan, en u ziet natuurlijke selectie zich voor uw oog afspelen. Niet in de werkelijke wereld, maar in de fictieve wereld in de computer.
Als in het gedachte-experiment sprake is van variatie, overerving en een strijd op leven en dood, dan speelt zich uw proces van natuurlijke selectie af. Altijd. Dat laat die computer zien.
Mijn vraag nu aan u is: u heeft jarenlang bewijzen verzameld om anderen te kunnen overtuigen van de kracht van uw idee. Had u dit ook gedaan als in uw tijd de computer had bestaan? Of had u dan gedacht: dit apparaat laat zo helder zien dat natuurlijke selectie in principe bestaat, dan zal het heus in het echt ook wel bestaan?
Groeten, Bas Haring